CLM-rapport toont aan dat verbod op PFAS in bestrijdingsmiddelen noodzakelijk is
Adviesbureau CLM onderzocht het gebruik van PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen in Nederland en de gevolgen voor bodem en grondwater.
Hoewel de totale inzet van bestrijdingsmiddelen daalt, neemt het gebruik van PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen juist toe. PFAS komen via uitspoeling van afbraakproducten van bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen terecht: grondwater en oppervlaktewater. Evides steunt de Vewin in de oproep om – net als in Denemarken – snel een verbod op PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen in te voeren.
Aanbevelingen
Het rapport, opgesteld in opdracht van acht provincies en de Vewin, adviseert onder meer:
- Actieve communicatie richting landbouw over de risico’s van PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen.
- Centrale registratie en monitoring van het gebruik van PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen.
- Openbaarmaking van samenstellingen van bestrijdingsmiddelen en snelle beëindiging van toelating van PFAS-hulpstoffen.
- Uitbreiding van grondwater- en bodemmetingen om risico’s beter te beoordelen.
- Beperking van het gebruik van PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen ter bescherming van drinkwaterbronnen.
Extra risico door afbraakproducten
PFAS zijn giftig en breken langzaam af in bodem en water. Een aantal afbraakproducten van PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen, waaronder TFA, verplaatsen zich snel in het milieu en zijn nauwelijks te verwijderen in de zuivering. Deze vormen daardoor een groot risico voor de drinkwaterbronnen.
Oproep tot verbod
De drinkwaterbedrijven pleiten voor een snelle invoering van het Europese PFAS-restrictievoorstel en een nationaal verbod op PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen om onomkeerbare uitspoeling van afbraakproducten naar het grondwater en bodem, en daarmee naar drinkwaterbronnen, te voorkomen.
Het rapport is te lezen op de website van CLM.