De turbulente geschiedenis van de watertoren in Monster
De watertoren in Monster kent een turbulente geschiedenis, met meerdere eigenaren en meerdere functies. Het bestaan en goed functioneren van de watertoren heeft geleid tot de oprichting van Evides.
In 1867 waren er al plannen voor een gemeentelijk drinkwaterbedrijf in Delft. Pas in 1884 werd er een plaats gevonden waar drinkwater ingenomen kon worden: in de duinen bij Monster en Ter Heijde. Gelijktijdig werden een watertoren, een veertien kilometer lange hoofdleiding en een distributienet in Delft aangelegd. Op de eerste foto is een deel van de eerste waterleiding tussen Monster en Delft te zien, uit 1886. Op 2 juni 1887 stroomde er voor het eerst duinwater van Monster naar Delft. Het bleek echter al snel dat er niet genoeg duinwater was om het snelgroeiende Delft volledig van drinkwater te voorzien. In 1918 werd besloten dat Delft voortaan drinkwater zou kopen uit Rotterdam.

De watertoren in Monster verloor hierdoor een groot deel van haar functie. De gemeenten Monster, Naaldwijk, ’s-Gravenzande en Wateringen zagen in 1911 al aankomen dat Delft niet langer gebruik zou maken van de watertoren. Een afspraak om een nieuw, gezamenlijk drinkwaterbedrijf te stichten werd gemaakt. In 1922 werd de watertoren in Monster door de gemeente Delft officieel overgedragen aan deze nieuwe N.V. Westlandsche Drinkwaterleiding Maatschappij. Vanaf 1 januari 1923 werd in deze gemeenten drinkwater geleverd via de watertoren in Monster. De gemeente ’s-Gravenzande had op het laatste moment besloten niet mee te doen en werd daarom vervangen door gemeente De Lier. Delft bleef gebruik maken van water uit Monster, maar veel minder dan voorheen.
De watertoren werd uiteindelijk tot 2002 gebruikt door verschillende voorgangers van Evides. Het is tevens een Rijksmonument.
Van toen naar nu
Tegenwoordig gebruikt Evides geen watertorens meer, omdat de moderne technologie dit overbodig maakt. Waar vroeger watertorens er voor zorgden dat er altijd genoeg druk op het water stond om alle klanten van water te voorzien, hebben we nu krachtige pompen die voor voldoende druk zorgen, zonder dat we daar een hoge toren voor nodig hebben.
In plaats van watertorens, slaan we water nu vaak ondergronds op. Dat is minder ingrijpend. Bovendien passen watertorens niet altijd meer in het stadsbeeld en zijn ze duur om in goede staat te houden. Je ziet ze dus steeds minder, maar sommige watertorens blijven wel bestaan als historisch monument of worden omgebouwd naar bijvoorbeeld restaurants, uitkijktorens en soms zelfs woningen.
Ook interessant voor u

Renaissance-architectuur van watertoren Schiedam

Watertoren Oostburg geraakt in Tweede Wereldoorlog

Gedicht op watertoren Dordrecht
Nog meer verhalen lezen? Ga dan naar het overzicht.
Bekijk het overzicht